Flora en fauna van IJsland
Flora. IJsland heeft bijna geen echte bossen, het land is daar slechts 1% mee bedekt. Dat is niet altijd zo geweest, tijdens de kolonisatie was ongeveer 20% van het land bebost. Namen zoals Skógarströnd (boskust), Skógarnes (boskaap), Skógafoss (waterval in bos) en Vatnaskógur (meer in het bos) verwijzen echter naar de aanwezigheid van bossen (skógur betekent bos). Ook wordt in het eerste hoofdstuk van het Landnámabók (boek der landnamen) geschreven dat het land tussen bergen en de kust met bos was bedekt.
Veel hout werd gebruikt voor de bouw van boten en huizen, maar ook de schapen kunnen verantwoordelijk worden gehouden voor de ontbossing. Ook vulkaanuitbarstingen en gletsjers hebben grote stukken bos verwoest. En vervolgens blaast de wind de resterende flora weg.
Tegenwoordig is men op diverse plaatsen begonnen met het uitstrooien van zaden om deze bodemerosie tegen te gaan. Het zijn vooral de pioniersplanten, de lupine, verschillende soorten gras en diverse bosaanplanten die hiervoor worden gebruikt.
Berken en wilgen zijn hier minder voor geschikt omdat ze te langzaam groeien.
In Oost-IJsland staat het grootste bos van ruim 1200 hectare bij Hallormsstadur.
Er zijn meer dan 60 boomsoorten te vinden waaronder de hoogste boom van IJsland, een Russische Lariks van twintig meter hoog. Er zijn ook nog enkele berkenbossen te vinden in Vaglaskógur, Þórsmörk, Skaftafell en Mývatn.
Door de hoge geografische ligging van IJsland ligt de boomgrens al op 200-300 meter boven zeeniveau.
Omdat IJsland voor het grootste gedeelte bestaat uit zand- en grindwoestijnen, lavavelden, kale rotsen of gletsjers is slechts een kwart van het land blijvend begroeid. Het regent er vaak maar toch krijgen de planten vaak geen kans om te groeien. Dit omdat het water vanwege de poreuze ondergrond snel wegzakt.
Mossen en korstmossen komen veel voor op IJsland. Ze groeien vaak op lavavelden en vochtige plaatsen. Je komt ze ook tegen op plaatsen waar andere planten het al hebben opgegeven om te groeien. Omdat ze hier veel voorkomen duidt dat op een zuivere lucht.
De omstandigheden op IJsland zijn gunstiger voor meerjarige planten dan voor eenjarige.
Het groeiseizoen is namelijk erg kort en het weer is elk jaar onzeker. Het eenjarige plantje moet in een paar maanden uitgroeien tot een plant die zelf zaden geeft, en gelukkig hebben ze vaak wel een voorraadje voor als het een jaar misgaat. Desondanks zijn er maar weinig eenjarige planten op IJsland.
Er komen ongeveer 500 soorten hogere planten voor zoals o.a. de lupine, de arctische papaver, wilgenroosjes, wollegras, de zeesilene, de hoornbloem, ......enz.
Fauna. IJsland was een lastig te bereiken eiland voor de meeste dierensoorten, met uitzondering van de vogels. Het enige landzoogdier wat IJsland wel wist te bereiken was de poolvos. Op de poolvos werd veel gejaagd, omdat hij volgens de boeren pasgeboren lammeren dood. De laatste decennia is de populatie met 30% afgenomen.
De nerts, de rat, de muis en het rendier zijn allemaal met opzet of per ongeluk ingevoerd.
De nerts werd hier geïmporteerd vanwege zijn vacht. Omdat ze wisten te ontsnappen komen ze nu op grote schaal in het wild voor, daarbij jagen ze nu veel op vogels en vissen.
De ratten en muizen zijn in de loop der tijden met de schepen meegekomen, ze leven vooral in de buurt waar mensen wonen.
Het rendier werd aan het eind van de 18de eeuw vanuit Noorwegen ingevoerd.
Ze werden vooral gebruikt voor hun eigen vleesconsumptie. In de nabijheid van Egilsstadir kun je nog grote kuddes aantreffen.
De ijsbeer komt hier niet voor, maar in 1969, 2007 en 2008 kwam er een ijsbeer aan land. Ze zwommen of kwamen aangedreven op een ijsschots vanuit Groenland aan land. Deze dieren werden echter gedood om de inwoners te beschermen. O.a. in Húsavík is een opgezet exemplaar te vinden.
Reptielen en amfibieën komen op IJsland niet voor. Dat is niet omdat het hier zo koud is, maar wederom omdat ze IJsland niet hebben bereikt.
In het voorjaar en in de zomer komen in de wateren rondom IJsland walvissen en dolfijnen voor. De walvissen verschijnen begin juni en gaan tegen het eind van augustus weer weg. Onder de soorten die in IJsland voorkomen bevinden zich o.a. de dwergvinvis, de bultrug, de blauwe vinvis, en de gewone vinvis. Tot 1986 werden grote aantallen walvissen gevangen en intussen worden een aantal soorten niet langer meer met uitsterven bedreigt.
Ook worden er orka’s en wipneusdolfijnen gezien.
Aan de zuid- en westkust komen twee soorten zeehonden voor, de gewone zeehond en de grijze zeehond of kegelrob. Ze komen voornamelijk voor op rotskusten en bij zeekliffen. Ook worden ze waargenomen op zandbanken, bij riviermondingen en op zandstranden.
In de schone en heldere wateren op en rondom IJsland komt zeer veel vis voor, zoals zalm, forel, paling, platvis, kabeljauw, het driedoornige stekelbaarsje en de beekridder.
Insecten. Er is weinig op IJsland onderzocht wat betreft de insecten die er voor komen maar er zijn er bij benadering zo’n 1000 à 1200 bekend. Vliegen en muggen vormen de grootste en belangrijkste groep. Ze komen name voor in gebieden met boompjes, struiken, moerassen en meren. Mývatn, wat ’muggenmeer’ betekend, staat bekend om de vele muggen die er bij windstil weer voorkomen. Er komt o.a. maar één libellesoort voor en eveneens één soort mier.
De meest voorkomende vogels op IJsland zijn de waad -en watervogels. Verspreid over de kusten en rotsige eilanden komen dan ook enorme zeevogelkoloniën voor.
Er is voldoende vis en de kliffen, strandvlaktes, meren, rivieren en moerassen bieden dan ook de ideale broedplaatsen voor de vogels om te broeden.
De meest voorkomende waad -en watervogels langs de kust zijn o.a. de zeekoet, de alk, de drieteenmeeuw, de noordse stormvogel, de papegaaiduiker en de grote -en kleine jager.
In het binnenland kom je o.a. de ijslandse brilduiker, de harlekijneend, de eidereend, de wilde zwaan, de grauwe gans en allerlei steltlopers tegen.
De zeearend kan je vooral in het westen van het land waarnemen. Vanwege de grote spanwijdte wordt deze vogel ook wel de vliegende deur genoemd. Buiten zijn enorme spanwijdte vallen zijn grote gele snavel, de diep gevingerde vleugels en zijn witte staart op. Het voedsel bestaat uit vogels zoals meerkoeten, eenden, vis, aas en voedsel dat ze roven van andere roofvogels.
Het aantal zangvogels is hier gering. Dat heeft een paar redenen, er is weinig bos, de zomers zijn erg koel en er komen niet zoveel soorten insecten voor. De insecten die er voorkomen worden gegeten door de tapuit, de graspieper, en de witte kwikstaart. De zwaluwen komen hier alleen in de zomer voor.
Andere vrolijke fluiters zijn o.a. de koperwiek, de merel, de kramsvogel, de winterkoning, de sneeuwgors, de bramsijs en de spreeuw.
Ook de raaf is een vogel die hier veel voorkomt. Maar ook de roek, bonte kraai en kauw worden hier gezien.
Links flora en fauna:
Iceland-nh.net - Flora and Fauna Iceland
Notendur.hi.is - Icelandic birding pages
Floraiceland.is - Flora of Iceland
Nat.is - Wildlife
List of mammals - Wikipedia