Patreksfjörður
Patreksfjörður is een vissersplaatsje, met ongeveer 650 inwoners, dat ligt aan de noordzijde van de gelijknamige fjord. Het is één van de oudste handelsposten in de Westfjorden.
In deze fjord werden in de 18e eeuw de eerste aardappelen gekweekt op IJsland. Tegenwoordig zijn ze nog steeds een hoofdbestanddeel in vele keukens.
De belangrijkste bron van bestaan in Patreksfjörður is de visverwerkende industrie. Maar ook het toerisme speelt een steeds belangrijkere rol, de schoonheid van de regio trekt veel toeristen aan.
Dat is niet verrassend, want het vissersplaatsje heeft juweeltjes zoals de
Látrabjarg rotsen,
Rauðasandur strand en de
Dynjandi waterval in de omgeving liggen.
In de buurt van Patreksfjörður liggen aan de overkant van de fjord verschillende zandstranden verspreid, zoals de twee gouden stranden Sandoddi en Gjögrabót.
Op Sandoddi ligt het vliegveld van Patreksfjörður.
In deze fjord liggen de restante van het oudste metalen schip van IJsland, Garðar.
Dit schip, dat werd gebruikt om op walvissen te jagen, is gebouwd in 1912 in Noorwegen. Eind 1981 werd het ongeschikt geacht en in plaats van het tot zinken te brengen, wat gebruikelijk was in die tijd, is het schip op het droge komen te liggen.